- In mei krijgen veel werknemers weer het vakantiegeld uitbetaald.
- De hoogte van het vakantiegeld over 12 maanden wordt beïnvloed door wat je in 2022 en in 2023 bruto per maand hebt verdiend.
- Werknemers met een wat lager salaris houden netto meer vakantiegeld over dan wie modaal of meer dan dat verdient, volgens salarisverwerker ADP.
- Lees ook: Dit zijn 5 stedentrips van rond de €500 voor in de lente: van Berlijn tot Istanboel
Veel werknemers krijgen in mei het vakantiegeld uitbetaald, dat doorgaans over een periode van twaalf maanden wordt opgebouwd. De hoogte van het vakantiegeld hangt daarmee in veel gevallen af van je bruto maandinkomen in de eerste vijf maanden van 2023 en wat je vanaf juni 2022 hebt verdiend.
Standaard bedraagt het vakantiegeld 8 procent van het bruto maandsalaris. Wie in 2023 een bruto maandsalaris krijgt van 3.086 euro exclusief vakantiegeld, komt daarmee op jaarbasis uit op 37.032 euro.
Als er elke maand 8 procent vakantiegeld wordt gereserveerd, komt daar gedurende twaalf maanden bruto nog 2.963 euro bij en zit je op ongeveer 40.000 euro bruto op jaarbasis. Dat komt overeen met het zogenoemde modale loon, ofwel het meest voorkomende salaris in Nederland.
Volgens de site berekenhet.nl krijg je van een totaal bruto jaarinkomen van 40.000 euro in zowel 2022 als 2023, bij uitbetaling van vakantiegeld in de maand mei, per saldo netto ongeveer 1.495 euro. Hierbij is dus rekening gehouden met fiscale verschillen tussen 2022 en 2023. Het vakantiegeld over het kalenderjaar 2023 komt iets hoger uit op 1.158 euro netto.
Verdien je op jaarbasis twee keer modaal, dus 80.000 euro inclusief vakantiegeld, dat is de netto uitbetaling in mei dit jaar ongeveer 2.606 euro, volgens de calculator van berekenhet.nl. Het netto vakantiegeld over het kalenderjaar 2023 is vrijwel gelijk op 2.607 euro.
Met modaal salaris van 40.000 euro krijg je iets minder vakantiegeld in 2023
Salarisdienstverlener ADP heeft op basis van eigen berekeningen gekeken hoe groot het verschil is in de uitbetaling van vakantiegeld voor verschillende inkomensgroepen.
Volgens Dik van Leeuwerden, expert op het gebied van wet- en regelgeving bij ADP Nederland, zorgt het verrekeningspercentage loonheffingskorting dit jaar voor een divers beeld voor het vakantiegeld. "De heffingskortingen zijn namelijk inkomensafhankelijk", legt hij uit.
Ook is het afbouwpercentage voor de arbeidskorting dit jaar 6,51 procent en dus hoger dan de 5,86 procent vorig jaar. "Je moet dit jaar dus langer rekening houden met het verrekeningspercentage. Dit komt bovenop het tarief van 49,50 procent", aldus Van Leeuwerden.
Uit de berekeningen van ADP blijkt dat dit jaar vooral werknemers met een lager salaris meer vakantiegeld krijgen. Hogere inkomens krijgen daarentegen minder dan vorig jaar.
Een werknemer met een maandloon van 1.000 euro bruto ontvangt volgens ADP 15 euro netto extra vakantiegeld. Bij 1.250 euro bruto per maand wordt netto 18 euro meer gestort.
Dit zijn dus allemaal salarissen die lager zijn dan het modale loon van 3.086 euro bruto per maand, wat inclusief het vakantiegeld, uitkomt op ongeveer 40.000 euro bruto per jaar.
Iemand met een modaal maandsalaris van 3.086 euro ontvangt dit jaar volgens ADP 18 euro netto minder in vergelijking met 2022. Wie twee keer modaal verdient, dus in totaal 80.000 euro bruto per jaar, ontvangt 39 euro minder en drie keer modaal krijgt 579 euro netto minder uitgekeerd.